Populisme

Uit: ‘De Evolutionaire Stempel’ – subparagraaf in Hoofdstuk 7

– Populisme*

De keerzijde van het neoliberalisme is dat velen de snelheid van veranderingen niet of maar moeizaam kunnen bijbenen. Van ouderen is dat nog enigszins te begrijpen, het gaat wel heel erg snel. Het is duidelijk dat niet in gelijke mate wordt geprofiteerd van de welvaart en als eerdere zekerheden wegvallen en er gevaar dreigt van ‘vreemden’, kan het populisme zomaar het nieuwe zonnetje aan de horizon worden. 

De ‘neoliberale mens’ is de hork die uitsluitend denkt in termen van een eigen voordeel. De populist is de ‘klager’ die onvoldoende van de welvaart profiteert en daar een zondebok voor aanwijst. Enkele kenmerken (wikipedia):

  1. Het volk staat op een voetstuk en aan zijn wil wordt constant gerefereerd.
  2. De focus ligt op (vermeend) onrecht(en).
  3. Het populisme zet zich af tegen representatieve politiek. Er is afkeer van andersdenkenden, gevestigde partijen.
  4. Veelal zijn volgers niet politiek actief, maar worden gemobiliseerd door een charismatisch leider.
  5. Beroep op eenheid, homogeniteit en vaderlandsliefde.

De belangrijkste bindende factor is ‘vermeend’ onrecht. Dat daarbij de onvrede zich ook richt op de verworvenheden van de sociaaldemocratie, is moeilijk te begrijpen. Juist linkse partijen komen op voor de zwakkeren in de samenleving. Met aanduidingen als ‘nepparlement’ en ‘corrupte rechters’, zijn het juist de instituties die de burger beschermen die het moeten ontgelden. Links wordt vereenzelvigd met vrijheidsberoving, het wordt als leven in een gevangenis.

In ‘De ware gelovige’ beschrijft Eric Hoffer de aard van dergelijke populistische massabewegingen en de manier waarop ze de menselijke geest vervormen. Meer mensen denken dat hun leven beperkt of zelfs waardeloos is als gevolg van het feit dat de wereld onherstelbaar ‘corrupt’ is. Door de voortdurende nadruk op ‘wij, het volk’ ontstaat naast een ingebeelde macht ook een ware gelovige. En die ware gelovige hoeft in een zwart-witwereld niet te nuanceren, en dat is wel zo gemakkelijk. Niet-gelovigen zijn dan ook zwak en wegkijkers. Het verschijnsel ‘populisme’ treedt meestal op bij grote en snelle sociale veranderingen. Als eerdere zekerheden wegvallen wordt de hoop gevestigd op beloftes als ‘het moet radicaal anders’. Hoe het dan wèl moet, doet niet ter zake, het gaat sec om de roep om verandering. Zich aansluiten bij dergelijke bewegingen doet men uit een vermeend eigenbelang, om er op den duur voordeel uit te halen. Het maakt dan ook niet uit of het gaat om een swastika, een kruisbeeld of een complottheorie. Hoffer constateert dat de aanhangers politiek inwisselbaar zijn. Let wel, hij schreef dit net na de Tweede Wereldoorlog. Stonden in het vooroorlogse Duitsland communisten en nazi’s als vijanden tegenover elkaar, toch vond er een uitruil van sympathisanten plaats. Hetzelfde zie je in Nederland. De PVV en de SP zijn elkaars ideologische tegenpolen, toch is er een uitwisseling van aanhangers.

Volgens Hoffer zijn de leiders van dergelijke massabewegingen voor het merendeel gefrustreerde intellectuelen. Dat is nogal bruut gezegd, maar inderdaad speelt ook hier in het populisme de hoeveelheid testosteron een rol. Het gaat erom wie het zegt, niet wat wordt gezegd. In gedachten zie ik filmpjes van een zelfvoldane Mussolini, Trump met zijn ‘Grab ‘m by the pussy’ en Poetin te paard met ontbloot bovenlijf. In Nederland verschenen foto’s van een naakte politiek leider (FvD) op de rand van een zwembad. 

 

——-

Noten:

*Populisme. [Wikipedia] Het woord komt van het Latijnse ‘populus’, ‘volk.’ Van de 2e tot de 1e eeuw v.Chr. was er in Rome in de senaat een politieke fractie die zich populares noemde. Zij waren tegen de conservatieve senatoren, de optimates, de patriciërs en de nobele plebejers. De term kwam via Frankrijk in Nederland terecht. Populisten zeggen in naam van het volk te spreken. Het slaat op een politieke stijl, eerder dan op een ideologie. Het gaat uit van de ‘onderdrukking’ van de bevolking door een elite en streeft naar een samenleving waar het volk de staat beheert. Hierbij refereert het aan de economische en sociale status van de ‘gewone man.’ Enkele kenmerken:

  1. Het volk staat op een voetstuk en aan zijn wil wordt constant gerefereerd.
  2. De focus is op (vermeend) onrecht(en).
  3. Het populisme zet zich af tegen representatieve politiek. Er is afkeer van andersdenkenden, gevestigde partijen.
  4. Veelal zijn volgers niet politiek actief, maar worden gemobiliseerd door een charismatisch leider.
  5. Een beroep op eenheid, homogeniteit en vaderlandsliefde.


**Eric Hoffer
 (1898 – 1983) van Duitse afkomst, woonachtig in de USA. In 1951, kort na WO II schreef hij ‘The True Believer: Thoughts on the Nature of Mass Movements.’ Hoffer was bezorgd over de ontwikkeling van totalitaire regimes, met name die van Adolf Hitler en Joseph Stalin. Hoffer argumenteerde dat fanatiek extreme bewegingen onder voorspelbare omstandigheden kunnen ontstaan. Zelfvertrouwen, gepaard gaande met het gevoel van tevredenheid over het eigen leven, is van cruciaal belang voor een individueel psychologisch welzijn. Zijn uitgangspunt is het gebrek hieraan. Namelijk als steeds groter wordende aantallen mensen in toenemende mate geloven dat hun eigen leven eigenlijk waardeloos is en dat de omgeving, de wereld, onherstelbaar corrupt is. De enige hoop bestaat uit het toetreden tot een grotere groep die radicale veranderingen belooft.

Hoffer betoogde ook dat het verleggen van de aandacht naar de ‘buiten’-wereld een poging was om het gebrek aan betekenis in het eigen leven te compenseren.
Zijn boek gaat zowel over politieke als religieuze massabewegingen. In zijn optiek zijn de leiders van massabewegingen dikwijls gefrustreerde intellectuelen. Dat is zeker waar in het geval van Hitler en Stalin. Daarnaast merkt Hoffer op dat dergelijke massabewegingen in hoge mate inwisselbaar zijn: in het Duitsland van de 20/30’er jaren stonden Communisten en Nazi’s als vijanden recht tegenover elkaar, maar desondanks vond er een uitruil van sympathisanten plaats. Zijn verklaring is dat het in wezen gaat om gemarginaliseerde boze mensen. (Wikipedia)

 

 

Terug naar:

De Evolutionaire Stempel

Homepage