Uit: ‘De Evolutionaire Stempel’ – subparagraaf in Hoofdstuk 7
– Populisme
Door de introductie van reclame op de publieke zenders begin negentiger jaren veranderde de samenleving drastisch. Kijkers en luisteraars werden blootgesteld aan een nieuwe vorm van beïnvloeding, misschien wel indoctrinatie. Werd je in mijn jeugd vanaf de kansel ingeprent wat per se nìet mocht, in het consumentisme was ineens alles mogelijk wat Onze-Lieve-Heer eerder verboden had.
In de aanvang bracht het neoliberalisme welvaart. De succesverhalen kennen we wel. De keerzijde is inmiddels dat velen het niet kunnen bijbenen, want de veranderingen gaan te snel. Bovendien profiteert niet iedereen van de welvaart, en als eerdere zekerheden zijn weggevallen en er gevaar dreigt van ‘vreemden’, kan het populisme* zomaar het nieuwe zonnetje aan de horizon worden. Bij populisten is een (vermeend) onrecht de bindende factor, terwijl oplossingen zo goed als buiten beeld blijven. De kritiek richt zich vaak op de sociale vangnetjes van de sociaaldemocratie, en dan gebeurt er iets vreemds: juist de regelingen en de instituties die de burger in bescherming nemen, moeten het ontgelden, getuige aanduidingen als ‘de linkse kerk’, een ‘nepparlement’ en ‘corrupte rechters’. Het komt simpel gezegd neer op: ik niet, die ander wel, en ook nog eens over mijn rug.’ Gevoed door onvrede slaat het eerdere gevoel van geborgenheid om in dat van gevangenschap en ongetwijfeld zal een mate van onwetendheid hier een rol spelen. Een sluimerend gevaar van het populisme is dat ‘vreemden’ worden uitgesloten, wat is terug te zien in het ‘minder minder’ en het subiet afwijzen van asielzoekers en de islam.
Als de geest uit de fles is kan het in uiterste instantie via het zondebokmechanisme overgaan in geweld. De ‘Staircase to Terrorism’ van Moghaddam Fathali** laat zien hoe dat in zijn werk gaat. Als het testosteron echt gaat opspelen kan er van alles gebeuren, zoals bij de bestorming van het Capitool in Washington D.C. of denk aan de intimidatie bij een minister voor de deur met een fakkel.
In ‘De ware gelovige’ beschrijft Eric Hoffer*** de aard van dergelijke populistische massabewegingen en de manier waarop ze de menselijke geest vervormen. Meer mensen denken dat hun leven of situatie beperkt of zelfs waardeloos is als gevolg van het feit dat de wereld onherstelbaar ‘corrupt’ is. Door de voortdurende nadruk op ‘wij, het volk’ ontstaat naast een ingebeelde macht ook een ware gelovige. En die ware gelovige hoeft in een zwart-witwereld niet te nuanceren, en dat is wel zo gemakkelijk. Niet-gelovigen zijn zwak en wegkijkers. Het verschijnsel ‘populisme’ treedt meestal op bij grote en snelle sociale veranderingen, en als dan eerdere zekerheden wegvallen wordt de hoop gevestigd op beloftes als ‘Het moet radicaal anders’. Zich aansluiten bij dergelijke bewegingen doet men uit een vermeend eigenbelang, om er op den duur voordeel uit te halen. Het maakt dan ook helemaal niet uit of het gaat om een swastika, een kruisbeeld of een complottheorie. Inhoud en ook oplossingen spelen geen rol; het gaat sec om de roep om verandering. Hoffer constateert dat de aanhangers politiek inwisselbaar zijn. Let wel, hij schreef dit net na de Tweede Wereldoorlog. Stonden in het vooroorlogse Duitsland communisten en nazi’s weliswaar als vijanden tegenover elkaar, toch vond er een uitruil van sympathisanten plaats. Hetzelfde zie je in Nederland. De PVV en de SP zijn weliswaar elkaars ideologische tegenpolen, maar er is toch een uitwisseling van aanhangers.
Volgens Hoffer zijn de leiders van massabewegingen voor het merendeel gefrustreerde intellectuelen. Nogal bruut gezegd, maar zo op het oog speelt de hoeveelheid testosteron een beslissende rol. In gedachten zie ik filmpjes van een zelfvoldane Mussolini, Trump en Poetin met ontbloot bovenlijf. En in Nederland? Van linkse politici heb ik nog geen naaktfoto op de rand van een zwembad gezien. In het populisme worden de kenmerken van de evolutionaire stempel wel heel evident zichtbaar, zoals op die bewuste avond in Steenbergen.
——-
Noten:
*Populisme. [Wikipedia] Het woord komt van het Latijnse ‘populus’, ‘volk.’ Van de 2e tot de 1e eeuw v.Chr. was er in Rome in de senaat een politieke fractie die zich populares noemde. Zij waren tegen de conservatieve senatoren, de optimates, de patriciërs en de nobele plebejers. De term kwam via Frankrijk in Nederland terecht. Populisten zeggen in naam van het volk te spreken. Het slaat op een politieke stijl, eerder dan op een ideologie. Het gaat uit van de ‘onderdrukking’ van de bevolking door een elite en streeft naar een samenleving waar het volk de staat beheert. Hierbij refereert het aan de economische en sociale status van de ‘gewone man.’ Enkele kenmerken:
- Het volk staat op een voetstuk en aan zijn wil wordt constant gerefereerd.
- De focus is op (vermeend) onrecht(en).
- Het populisme zet zich af tegen representatieve politiek. Er is afkeer van andersdenkenden, gevestigde partijen.
- Veelal zijn volgers niet politiek actief, maar worden gemobiliseerd door een charismatisch leider.
- Een beroep op eenheid, homogeniteit en vaderlandsliefde.
** Moghaddam, Fathali M, Iraniër en professor psychologie op de Georgetown University, Verenigde Staten.
Naar aanleiding van de 9/11 ontwikkelde hij in 2005 een zogenaamde ‘staircase to terrorism.’
Uitgangspunt is dat gedrag meestal niet wordt bepaald door een oorzaak-gevolg, maar door de willekeur van de omgeving. De ‘trap naar terrorisme’ bestaat uit 5 treden:
- Het ervaren van oneerlijkheid
- Er zijn geen opties voor verbetering
- Is er een duidelijke vijand? Zo ja, is er bereidheid tot geweld?
- Is er contact met een ondersteunende ideologie of organisatie? Zijn aanhangers geïsoleerd?
- Overgaan tot terreur.
***Eric Hoffer (1898 – 1983) van Duitse afkomst, woonachtig in de USA. In 1951, kort na WO II schreef hij ‘The True Believer: Thoughts on the Nature of Mass Movements.’ Hoffer was bezorgd over de ontwikkeling van totalitaire regimes, met name die van Adolf Hitler en Joseph Stalin. Hoffer argumenteerde dat fanatiek extreme bewegingen onder voorspelbare omstandigheden kunnen ontstaan. Zelfvertrouwen, gepaard gaande met het gevoel van tevredenheid over het eigen leven, is van cruciaal belang voor een individueel psychologisch welzijn. Zijn uitgangspunt is het gebrek hieraan. Namelijk als steeds groter wordende aantallen mensen in toenemende mate geloven dat hun eigen leven eigenlijk waardeloos is en dat de omgeving, de wereld, onherstelbaar corrupt is. De enige hoop bestaat uit het toetreden tot een grotere groep die radicale veranderingen belooft.
Hoffer betoogde ook dat het verleggen van de aandacht naar de ‘buiten’-wereld een poging was om het gebrek aan betekenis in het eigen leven te compenseren.
Zijn boek gaat zowel over politieke als religieuze massabewegingen. In zijn optiek zijn de leiders van massabewegingen dikwijls gefrustreerde intellectuelen. Dat is zeker waar in het geval van Hitler en Stalin. Daarnaast merkt Hoffer op dat dergelijke massabewegingen in hoge mate inwisselbaar zijn: in het Duitsland van de 20/30’er jaren stonden Communisten en Nazi’s als vijanden recht tegenover elkaar, maar desondanks vond er een uitruil van sympathisanten plaats. Zijn verklaring is dat het in wezen gaat om gemarginaliseerde boze mensen. (Wikipedia)
Terug naar: