Burgerschap

Uit ‘De Evolutionaire Stempel’.
– Laatste hoofdstuk 8: ‘Het Vierde Intellectuele Omslagmoment’
– Laatste paragraaf:  ‘De noodzakelijkheid van burgerschapsonderwijs’

Dit hoofdstuk verwijst Intellectuele Omslagmomenten, waarbij het ‘denken en doen’ essentieel verandert. Dit zijn ze:
Eerste Omslagmoment: de Landbouwrevolutie, de introductie van bezit en permanente vestiging.
Tweede Omslagmoment: Ontstaan van de Monotheïstische religies. Algemeen gedragen regelgeving, saamhorigheid, belofte van een eeuwig leven, meer mensen kunnen samenleven, samenlevingen kunnen qua omvang groeien.
Derde Omslagmoment: De Verlichting en het ontstaan van het liberalisme, democratie. Toenemende focus op het individu.
Een Vierde Intellectueel Omslagmoment is aanstaande: het stoppen van consumentisme en overgaan op een circulaire economie. Het betekent een noodzakelijke accentverlegging van consumentisme, van dagelijks overleven naar een gezamenlijke voortbestaan.
Er zijn daartoe een aantal noodzakelijke voorwaarden aan verbonden: Bewustwording, Samenwerking, Circulaire economie, Democratie.
De laatste paragraaf Burgerschap, is hieronder weergegeven.

 

– De noodzakelijkheid van burgerschapsonderwijs

Het menselijk rationele brein is bij de geboorte nog leeg. Het gradueel vullen verloopt via de drie O’s: Opvoeding, Opleiding en Omgevingsfactoren. De meest effectieve manier in dit rijtje is zonder twijfel opleiding, het is bepalend voor het verdere en latere denken. Hetgeen wat op school wordt bijgebracht, werkt na verloop van tijd door in de opvoeding en uiteindelijk ook in de omgevingsfactoren.
Nederland kent een gesubsidieerde leerplicht tot 18 jaar en behoudens algemene richtlijnen bemoeit de overheid zich nauwelijks met de vorm. Dat is nog een erfenis van de zuilensamenleving, waar elke gezindte de vrijheid had de eigen accenten te benadrukken. Na het wegvallen van het religieuze keurslijf, ontstaat een hiaat. Vanaf de 90’r jaren wordt zowel de pedagogische- als inhoudelijke invulling meer en meer overgelaten aan de markt. Gevolg was een non-religieus en ook een apolitiek onderwijs en dat lijkt dan weer een logische verklaring voor het verschijnsel dat bij verkiezingen circa 70% van het electoraat zwevend is. Er wordt niet meer binnen de ‘zuil’ op een partij gekozen, de ongebonden kiezer moet het nu zelf maar uitzoeken. Mede door bezuinigingen  werd ingeboet op kwaliteit en inmiddels scoort het onderwijs niveau onder de maat in vergelijking met de ons omringende landen. Internationaal onderzoek van PISA (Programme for International Student Assessment) liet in 2022 zien dat het begrijpend lezen van 15-jarige Nederlandse scholieren ver achterblijft. Het is ons ons toekomstig electoraat. 

Een aantal vakken zijn logischerwijze voor de diverse schooltypes verplicht, onder andere rekenen, taal, oriëntatie, algemene vorming. Daarenboven wordt Maatschappijleer gegeven op het VMBO, HAVO, VWO en dit vak telt weliswaar mee in de diplomering, maar wordt dan weer niet afgesloten met een eindexamen. En dat is jammer, want hier worden belangrijke thema’s behandeld als Rechtsstaat, Parlementaire democratie, Pluriforme samenleving en Verzorgingsstaat. 

In 2006 werd als aanvulling en met het oog op nieuwkomers een nieuw vak geïntroduceerd: Burgerschap. Doel was het bijbrengen van de ‘normen en waarden van de samenleving’. Het bleef ook hier bij een inspanningsverplichting, dus geen examen. In 2021 werden aanvullende richtlijnen opgelegd. Een achttal basiswaarden zouden in de bestaande schoolvakken, dus ook in het verplichte vak Maatschappijleer, moeten worden geïntegreerd: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, verantwoordelijkheidsbesef, het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie. 

Is het voldoende? Het lijkt op pleisters plakken om de gevolgen van de participatiemaatschappij enigszins te verzachten. Het aanstippen en bespreekbaar maken is niet hetzelfde als het voorkomen van discriminerende spreekkoren op voetbaltribunes, geweld op straat en me@too. In het christelijk onderwijs van de zuilensamenleving lag nog een accent op het uitbannen van ongewenst gedrag, een dergelijke beïnvloeding is met de vrijheid van het neoliberalisme ondenkbaar. Scholen bepalen voor een groot deel zelf de wijze waarop onderwijs wordt gegeven en dat is overeenkomstig de wensen van ouders. Daarbij mag niets dwangmatig aan het kind worden opgelegd. Terughoudendheid van de overheid is te begrijpen, want als er ergens in de wereld invloed wordt uitgeoefend op het onderwijs, dan is dat zonder uitzondering het geval bij totalitaire regimes en steeds gericht op machtsbehoud. Maar onze overheid zou meer moeten doen; uiteraard niet gericht op politieke indoctrinatie en machtsbehoud. Want door het uitroepen van de participatiesamenleving is een logische consequentie dat diezelfde overheid de burger ook moet voorbereiden. En tussentijds bijpraten, want een toenemend aantal ouderen heeft moeite met de digitalisering. Er is niet zo heel veel voor nodig, Maatschappijleer en Burgerschapsonderwijs zouden meer body moeten krijgen en er zouden enkele nieuwe vakken moeten worden toegevoegd. 

In de eerste plaats gaat het om onderwijs gericht op de nieuwe zingeving: ‘Het Vierde Intellectuele Omslagmoment’. Het ‘denken en doen’ dient permanent getoetst te worden aan de lange termijn, het menselijk voortbestaan. Onder deze paraplu kunnen de diverse onderwerpen worden ondergebracht. Dus weten waar je staat op de tijdlijn, inzien dat de hulpeloze mens veroordeeld is tot samenwerken met anderen en begrijpen dat een voortdenderend neoliberalisme uiteindelijk zelfdestructief is. Naast bewustwording en samenwerking zijn kennis en overleg beslissende voorwaarden voor een overgang naar een circulaire economie. 

De introductie van het vak ‘Gedragsbeheersing’ lijkt onvermijdelijk. De geschiedenis wordt gekenmerkt door vooruitgang, maar ook door repeterende terugslagen. Een teveel aan ongeremd testosteron bij vooral mannen is de oorzaak van intimidatie, me@too, agressie, geweld en uiteindelijk zelfs oorlog. Het onderdrukken en kanaliseren van dit sociaal darwinisme is voor het voortbestaan essentieel. Als wordt begrepen waar irrationeel en ongewenst gedrag vandaan komt, biedt dat de mogelijkheid er ook iets aan te doen. 

Last but not least zou het burgerschapsonderwijs moeten worden aangevuld met het vak ‘Herkennen van nepnieuws en complottheorieën’. Volgens Europees onderzoek zien acht op de tien jongeren het verschil niet tussen echt- en nepnieuws. Dat is tachtig procent en hier ligt een kans voor kwaadaardige indoctrinatie door een obscure dictator die de geschiedenis in zijn voordeel wil herschrijven. We weten inmiddels (hoofdstuk 6) dat beïnvloeding op de loer ligt. De mens heeft van nature een angst voor vreemden (en het vreemde) en is als vluchtdier en voortdurend alert op gevaar. Echter, de dreiging is niet meer fysiek, maar zijn het onheilspellende populistische alarmsignalen die de argeloze mens doen vluchten in nepnieuws en complot theorieën. Met de algoritmen en de opkomst van AI/Artificial Intelligence zal het probleem van de ongewenste beïnvloeding alleen maar groter worden. Het bijbrengen van kennis over de werking van de social media is van groot belang. 

Maak het vak Burgerschap inclusief de hierboven gegeven aanbevelingen verplicht voor alle leerplichtjaren en sluit af met een examen. De noodzakelijke periodieke bijscholing voor ouderen kan via de publieke omroep (NPO) worden aangeboden. Dat geldt ook voor nieuwkomers, migranten en asielzoekers.

Het huidige onderwijs in Nederland is vooral gericht op het afleveren van geschikte werknemers bij de bedrijfspoorten. De leerplicht kost de belastingbetaler pakweg een ton per leerling en dat is een conservatieve inschatting. De bedrijven zijn er blij mee en ook de werknemers die daar een goede boterham verdienen. Diploma’s zijn vereist voor alles en nog wat, want wil je in een auto rijden, dan is een rijbewijs verplicht, het maatschappelijk leven staat bol van contracten, overeenkomsten en bonnetjes. Dus waarom geen afsluitend ‘burgerschapscontract’ als voorwaarde om te mogen stemmen? Het zou een bevestiging zijn dat men weet hoe ‘samen te leven’ in een democratie, dat de grondwet en de trias politica worden begrepen, dat men weet hoe het kiesstelsel werkt. 

Theorie uit leerboeken is een vereiste, maar ook praktijkervaring is nodig voor een verbreding van inzicht. Verbind er stages aan, zoals meekijken en meelopen in de gemeenteraad, bij de rechtbank, de dijkversteviging, een varkensfokkerij, de ambulancedienst, de brandweer, de zorg, het ziekenhuis, een hospice, een bezoek aan Westerbork of Auschwitz. 

De kosten? Waarschijnlijk wordt de rekening voor volwaardig burgerschap al direct gedekt door besparingen op de taken van de politie, de rechtspraak, de GGZ, het gevangeniswezen en dergelijke.

Met bovenstaand en afsluitend ‘manifest’ zijn we aangekomen bij het einde van dit boek. De kern kan heel goed worden samengevat in een tweetal treffende stelregels: 

‘De geschiedenis wijst uit dat samenwerking en solidariteit doeltreffende menselijke antwoorden zijn op de ongestuurde evolutie.’  En: 

‘De kwaliteit van samenlevingen is af te meten aan de mate waarin evolutionaire eigenschappen zijn gekanaliseerd.’ 

Hoewel dit boek werd geschreven vanuit een typisch Nederlandse situatie, zal een herbezinning wereldwijd plaats moeten vinden. Daarom dit toepasselijke slotwoord van Malala67, Pakistaans meisje dat zwaargewond raakte door een Talibankogel in haar hoofd. Deze werd verwijderd, ze overleefde en ze verwierf internationale erkenning. Ze begreep dat het menselijk brein een leeg omhulsel is:
‘Onderwijs is onderwijs. We zouden alles moeten leren en dan kiezen welk pad we willen volgen. Onderwijs is niet oosters of westers, het is menselijk.’
=

Terug naar De Evolutionaire Stempel

Naar Home