Uit “Waarom mensen denken en doen zoals mensen denken en doen”
Hoofdstuk 4: Intellectuele Omslagmomenten.
In de menselijk geschiedenis is sprake van een drietal intellectuele omslagmomenten, gebeurtenissen die beslissend waren voor het menselijk denken en doen.
– Het 1e omslagmoment: de ‘Landbouwrevolutie’. Vestiging op één plek werd mogelijk.
– Het 2e omslagmoment: de monotheïstische ‘religie’. Samenlevingen groeien.
– Het 3e omslagmoment: de ‘Verlichting’. De godsverklaring maakt plaats voor rationaliteit
Hieronder een samenvatting van de subparagraaf ‘Religie’, het 2e omslagmoment. Geen letterlijke tekst.
Religie
Hier gelijk al een waarschuwing, staar je niet blind op een ‘godsbegrip’ en het geloof daarin, parkeer dat maar even. Neem afstand en richt de blik op het historisch maatschappelijk belang: religie had een doorslaggevende rol bij zowel het ontstaan als ook het voortbestaan van grotere samenlevingen. Zonder de inbreng van ‘religie’ hadden wij nooit met velen kunnen samenleven. Denk maar even mee.
In een tijd zonder boekdrukkunst (niemand kan lezen), zonder onderwijssysteem, zonder pasklaar ‘organisatieconcept’, voorzag religie in een systeem van sociale regelgeving. Acht van de Tien Geboden zijn pure leefregels (hetzelfde geldt voor de islam). In tempels en kerken vindt een permanente socialisering plaats, deze voeden op tot volgzame burgers.
Het geloof, de belofte van een hiernamaals, stond borg voor naleving. Het geloofselement is slechts de stok achter de deur.
Verdere onderbouwing wordt geleverd door de Britse wetenschapper Robin Dunbar: een mens kan maximaal 150 betrouwbare contacten aan, de neocortex in de hersenen is gewoonweg te beperkt. De grootte van een groep jager/verzamelaars was sowieso beperkt door omgevingsfactoren, het met velen samenleven, laat staan miljoenen of zelfs miljarden, hoefde evolutionair niet te worden meegegeven. Dat betekent overigens weer niet dat al die anderen gelijk maar vijanden zijn, maar wel dat het met velen samenleven en vooral het gezamenlijk voortbestaan, geleerd moest worden, telkens opnieuw. Door de sociale regelgeving van de monotheïstische religie kunnen ook vreemden worden vertrouwd. Samenlevingen kunnen groeien.
Monotheïsme
Ingeval van polytheïsme, wordt de strijd tussen de diverse goden onderling uitgevochten, een gelovige maakt daar geen deel van uit. In het monotheïsme, godsdiensten met één enkele god (jodendom, christendom, islam) is een geopolitieke issue prominent aanwezig. Als voorportaal op het hiernamaals, wordt aanspraak gemaakt op een wereldlijk grondgebied, het Beloofde Land, het Heilige Roomse Rijk, het kalifaat. Hier wordt een gelovige wèl bij de strijd betrokken. In eerste instantie bij de verdediging, zeker bij de handhaving en soms ook bij de uitbreiding.
Samenlevingen met een monotheïstische religie blijken door wereldlijke aanspraken veelal krachtiger, machtiger en standvastiger.
Geweld en de islam
Het monotheïstisch geo-politieke aspect heeft nogal wat geweld veroorzaakt, gelovigen zijn eerder bereid de strijd aan te gaan. En soms ook behoorlijk fanatiek als je kijkt naar de Kruistochten, de Inquisitie, de 80-jarige oorlog en het eigentijdse islamitisch jihadisme.
Anders dan in het jodendom en het christendom was de stichter van de islam een wereldlijk heerser die ook legers aanvoerde. Door deze militaire oorsprong lag bij de islam het geweld al wel meer voor de hand. Het streven was dan ook een wereldlijke staat of kalifaat, niet een afzonderlijk of losstaand instituut binnen een politieke staat, zoals bij het christendom.
Motieven voor het gebruik van geweld hebben vaak weinig of helemaal niets met religie zelf te maken, maar zijn altijd politiek van aard. Het gaat daarbij steevast om de macht, om een territorium. Godsdiensten in de sacrale vorm zijn dan ook niet per se schuldig aan bloedvergieten, maar worden ‘misbruikt’ door politieke machthebbers en extremistische groeperingen om geweld te rechtvaardigen.
De Verlichting, de ontkoppeling van religie aan het staatsbestel in de 16e eeuw, is beperkt gebleven tot West Europa en Noord Amerika en de verworvenheden daarvan werden in het koloniale tijdperk niet overgebracht. Het is de reden dat we in de wereld nogal wat streng islamitische regimes zien.
En bedenk, alle religies zijn in de geest vredelievend, ook de islam. Draai het om, als dat niet zo zou zijn had de wereld er totaal anders uitgezien.
Religie is de stok waarop geleund kan worden; het is voor sommigen ook de stok waarmee kan worden geslagen.
nnnn
Voor opmerkingen, toevoegingen, stuur me een berichtje.
naar Waarom mensen denken en doen
Terug naar de Homepage