Burgerschap

Uit: “Waarom mensen denken en doen zoals mensen denken en doen”
De laatste paragraaf in het laatste hoofdstuk: Het vierde Intellectuele Omslagmoment
subparagraaf: De noodzakelijkheid van Burgerschapsonderwijs.

– De noodzakelijkheid van burgerschapsonderwijs

Mensen worden geboren met instincten om te overleven, de vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in een moderne samenleving moeten alsnog worden bijgebracht. En dat bijbrengen vindt plaats via de drie O’s: Opvoeding, Opleiding en Omgevingsfactoren. Opleiding is zonder twijfel de meest effectieve manier. Onderwijs vormt niet alleen ons denken en handelen, maar bepaald en beïnvloedt uiteindelijk ook de opvoeding en de omgeving. 

In Nederland geldt een leerplicht tot 18 jaar en hoewel de overheid algemene richtlijnen geeft, bemoeit ze zich nauwelijks met de inhoud van het onderwijs. Sinds de jaren negentig, toen het religieuze keurslijf van de zuilensamenleving verdween, is zowel de pedagogische als de inhoudelijke invulling grotendeels overgelaten aan de markt. Dit heeft geleid tot een non-religieus en ook apolitiek onderwijssysteem en dat lijkt een afdoende verklaring waarom ongeveer 70% van het electoraat bij verkiezingen zogenaamde ‘zwevende kiezers’ zijn. Een stem wordt niet meer automatisch uitgebracht op de kandidaat van de eigen ‘zuil’, de kiezer moet nu zelf een keuze maken. Dat betekent dat diezelfde kiezer ook over de noodzakelijke kennis dient te beschikken. En dat is twijfelachtig, want door recente bezuinigingen is de kwaliteit van het onderwijs gedaald. Internationaal onderzoek van PISA (Programme for International Student Assessment) toont aan dat het begrijpend lezen van 15-jarige Nederlandse scholieren in 2022 achterblijft bij dat van andere landen. Dit is zorgwekkend, omdat zij het toekomstige electoraat vormen, bij velen ontbreekt het aan politieke basiskennis. Het is schokkend dat jongvolwassenen niet weten hoeveel leden de Tweede Kamer heeft of wat de functie van de Eerste Kamer is. 

Hoewel maatschappijleer verplicht is op het VMBO, HAVO en VWO en ook meetelt voor het diploma, is er geen afsluitend eindexamen. Dat is jammer, want hier worden belangrijke thema’s behandeld zoals de rechtsstaat, parlementaire democratie, de pluriforme samenleving en de verzorgingsstaat. 

In 2006 werd een nieuw vak geïntroduceerd: burgerschapsonderwijs met als doel het bijbrengen van de normen en waarden van de samenleving. Echter, ook hier bleef het bij een inspanningsverplichting zonder examen. In 2021 werden aanvullende richtlijnen opgelegd, een achttal basiswaarden, waaronder vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid moesten worden geïntegreerd in de bestaande vakken. Het klinkt veelbelovend, maar lijkt eerder een lapmiddel om de gevolgen van de participatiemaatschappij te verzachten. Het aankaarten van deze onderwerpen is niet hetzelfde als het daadwerkelijk voorkomen van geweld op straat, #MeToo-schandalen en discriminerende spreekkoren op voetbaltribunes. In het verleden, met ‘strenge’ leraren in het bijzonder onderwijs, werd ongewenst gedrag nog actief uitgebannen. In het neoliberale onderwijssysteem is een dergelijke dwang ondenkbaar. De schoolbesturen bepalen grotendeels zelf hoe het onderwijs wordt ingevuld en dat is volgens de wensen van ouders die meestal dwang op school afwijzen. 

De terughoudendheid van de overheid in de ‘laissez faire’ van het neoliberalisme is te begrijpen, elke schijn van politieke beïnvloeding moet worden vermeden. Toch zou de Nederlandse overheid hier heel veel meer moeten doen en zeker het bijbrengen van de democratische beginselen. 

Er zouden vier vakken aan het Burgerschapsonderwijs moeten worden toegevoegd. Het eerste vak, ook de titel van dit hoofdstuk, zou moeten zijn: ’Het Vierde Intellectuele Omslagmoment’. Het is cruciaal om te weten waar je staat op de tijdlijn, en uiteraard moet je ook weten hoe we daar gekomen zijn. Want hoe verder je terugkijkt in de geschiedenis, des te beter kan de toekomst worden bepaald. En dat terugkijken begint met te begrijpen ‘waarom en hoe mensen denken en doen’.  Waaròm mensen denken was een lot uit de loterij. In het ongestructureerde evolutionaire proces kreeg de fysiek zwakke mens met de mutatie van het geheugen een uniek middel om te overleven. Het overlevingsinstinct werd voorzien van de mogelijkheid om te reflecteren, te evalueren en dus ook steeds beter te anticiperen. 

Over ‘hoe’ mensen denken en ook zijn te beïnvloeden, hebben we het al in een apart hoofdstuk gehad. We zagen dat met de sociogenese van Nobert Elias, dat normen, waarden, denken en doen in de tijd veranderen zonder dat we het in de gaten hebben. Het bracht ons het neoliberalisme. Echter, een economisch systeem gebaseerd op groei kan niet eindeloos kan doorgaan. We zullen ons moeten afvragen hoe het tij kan worden gekeerd. Het wordt niet alleen een heel nieuw, maar ook heel breed vak, talloze toepasselijke onderwerpen zouden hier aan bod moeten komen, onder andere klimaat, samenwerking, solidariteit en een circulaire economie. 

Het tweede nieuw in te voeren vak is: ‘de Verworvenheden van de Verlichting’. Hierin worden exclusief behandeld onderwerpen als democratie, het belang van de trias politica, politieke kwesties, het kiesstelsel, de grondwet, de staatsinrichting, dat soort zaken. Het verschijnsel ‘democratie’ is uniek. Het is het overstijgen van de meegekregen overlevingsinstincten, het betekende een doorbraak, misschien wel een ontsnapping. Burgers zijn niet langer afhankelijk van een leider. Ze hoeven niet te bukken, te schuilen, te vluchten, mee te lopen, af te staan of te gehoorzamen. Burgers kunnen nu voor het eerst in de menselijke geschiedenis zelf een keuze maken; voorwaarde is overleg, samenwerking en solidariteit. Democratie vereist kennis en precies dat moet steeds opnieuw worden bijgebracht. Gevaar zijn vooralsnog de despoten, de dictators, die overeenkomstig de sociaal darwinistische overlevingsstrategie gaan voor eigen gewin; en uiteraard de eigen groep.

Het derde vak is eigentijds: ‘Herkennen van nepnieuws en complottheorieën’. Een heel hoofdstuk werd al gewijd aan beïnvloeding. Inderdaad, elk mens is tot gruweldaden in staat, ook u en ik. Gevaar is te duchten van de social media. Door minimale ethische normen en ontbrekende zelfregulering, zijn die platform geworden voor instinctieve reacties. 

Volgens Europees onderzoek ziet 80% van de jongeren het verschil niet tussen echt- en nepnieuws. Dit maakt hen vatbaar voor kwaadaardige indoctrinatie. Het is belangrijk dat jongeren leren hoe sociale media werken en hoe zij zich kunnen beschermen tegen misinformatie. Het is ons toekomstig electoraat. 

Het vierde vak ‘Gedragsbeheersing’ heeft als doel het beheersen en/of kanaliseren van oorspronkelijk meegegeven overlevingsinstincten, voorzover die ons in de moderne tijd dwars zitten. In de hierboven genoemde nieuwe vakken komen een aantal daarvan al voldoende aan bod: sociaal darwinisme, het kortetermijndenken, plan- en normloosheid, een angst voor vreemden en territoriumdrang, de mens als vluchtdier.  Hier gaat in dit vak ‘Gedragsbeheersing’ gaat het voornamelijk om het om laatstgenoemde verstorende verschijnsel: het mannelijk testosteron. Tegenslagen in het verleden zijn vrijwel zonder uitzondering het gevolg van ongeremd instinctief mannelijk gedrag: geweld, agressie, oorlog. Het begrijpen en onderdrukken van dit teveel aan testosteron kan cruciaal worden voor het voortbestaan van de mensheid. Ik ben geen sociaalpsycholoog en het is onverstandig er hier al te diep op in te gaan, dat laat ik graag aan anderen over. Echter, het probleem onderkennen is al een deel van de oplossing. 

Naast theorie zou in het onderwijs ook ‘sociale’ praktijkervaring in de vorm van stages bij bijvoorbeeld een gemeenteraad, een rechtbank of een zorginstelling, verplicht moeten zijn. De kosten van deze aanpassingen in het onderwijs en bijbehorende stages zouden waarschijnlijk al direct worden gecompenseerd door besparingen op de politie, justitie en de GGZ. 

Burgerschapsonderwijs, inclusief deze aanbevelingen, zou verplicht moeten worden gesteld voor alle leerplichtjaren en moeten worden afgesloten met een examen. Het onderwijs in Nederland is vooral gericht op het afleveren van geschikte werknemers. De leerplicht kost de belastingbetaler ongeveer een ton per leerling. Diploma’s zijn vereist voor allerlei zaken, dus waarom geen ‘burgerschapscontract’ als voorwaarde om te mogen stemmen? Het zou een bevestiging kunnen zijn dat de kiezer de grondwet begrijpt en weet hoe de democratie functioneert. Een dergelijk burgerschapscontract met toegang tot het kiesrecht voor ouderen en nieuwkomers kan ook middels inhaal- en bijscholingscursussen worden aangeboden via de publieke omroep (NPO). 

Met dit manifest zijn we aan het einde gekomen. Dit boek werd voornamelijk geschreven vanuit de Nederlandse situatie, maar de conclusies zijn wereldwijd van toepassing. Een soortgelijke herbezinning werd eerder ook al uitgesproken door Malala, Pakistaanse meisje dat een aanslag van de Taliban overleefde: ‘Onderwijs is niet oosters of westers, het is menselijk.’
De kern van dit boek kan worden samengevat in twee slotzinnen: 

‘De geschiedenis wijst uit dat samenwerking en solidariteit doeltreffende antwoorden zijn op ongestuurde evolutie.’ 

‘De kwaliteit van samenlevingen is af te meten aan de mate waarin evolutionaire eigenschappen zijn gekanaliseerd.’ 
nnnn

Voor opmerkingen, toevoegingen, stuur me een berichtje.

Contactformulier

Terug naar: Waarom mensen denken en doen

Terug naar: Homepage