De Neoliberale mens

De mens verandert. Vrij snel zelfs. In een tijdsbestek van nog geen 100 jaar zijn er al een drietal type mensen te onderscheiden.

Eerst was er de ‘Massamens’

De filosoof Ortega y Gasset omschreef ten tijde van de omwenteling in Spanje in de jaren 30 van de vorige eeuw een ‘nieuw type’ mens. De oude aristocratie was zich zeer bewust was van de geschiedenis en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid. Deze nieuwe ‘massamens’ had echter geen boodschap aan het verleden en kenmerkte zich  bovendien door een gebrek aan kennis, het niet kunnen maathouden en de afwezigheid van zelfbeheersing. En daarbij werden er  rechten opgeëist zonder dat daar ook maar enig besef van verantwoordelijkheid tegenover stond.

Toen was er de ‘Eendimensionale Mens’

Een vooruitziende blik had ook de Duitse filosoof Herbert Marcuse. Hij stelde al in 1964 vast dat de westerse economie eenzijdig is gericht op consumeren. Bedrijven produceren goederen en tegelijkertijd bepalen zij daarmee ook de behoefte. Dit doen zij via reclame, aanprijzing, het propageren van een ‘mode’, het opwekken van hypes, ‘je kunt niet zonder’. De consument bepaalt dus niet zelf wat hij mooi vindt of wat hij wil hebben, dat weet hij (nog) helemaal niet, hij kan slechts een keuze maken uit aangekweekte behoeftes en de aangeboden producten.
De welvaart zal uiteindelijk leiden tot een eendimensionale mens, die zichzelf nog enkel herkent in bezit met een  focus op de stereo-installatie, de snelle auto, de superkeuken, het feestje en de eerstvolgende vakantie; het gaat niet meer over het primaire overleven en solidariteit naar de medemens. 

Nu is er een ‘Neoliberale Mens’

Opgeteld lijken de omschrijvingen van Ortega en Marcuse verrassend veel op de huidige mens. Daar moet nog wel iets bij, namelijk de ‘mondigheid’. Ofwel de mogelijkheid je stem te laten horen in de social media. Roepgroepen gaan nu echt de boventoon voeren, intellectuele inspanningen leggen het af tegen eenvoudig vermaak.
Deze neoliberale mens is als stereotype te omschrijven als een verwend kind dat uitsluitend geïnteresseerd is in de eigen genietingen die zo mogelijk real time verwezenlijkt moeten worden. Het ‘ik leef nu’ staat los van een besef dat niet (meer) hoeft te worden gezorgd voor ouders en grootouders, die inmiddels als erfenis van de verfoeide sociaaldemocratie onder een sociale regeling vallen.

De evolutionair meegegeven kortetermijnvisie leidt tot het ontkennen van de geschiedenis en daarbij is elke vorm van kennis of argumentatie te ingewikkeld. Een ontkenning van COVID-19, de holocaust en het klimaat is eigenlijk ook wel handig, het voorkomt dat je zelf verantwoordelijk bent, of in actie moet komen.
Er wordt niet gezien waar verworvenheden aan te danken zijn, de huidige rijkdom is vanzelfsprekend, verder niet zeuren. Sterker, ten aanzien van mensen die ‘zeuren’, is er ook nog eens sprake van een afrekencultuur.

Als dan die materialistische ziel en zaligheid wordt ‘bedreigd’ door asielzoekers, de EU, de euro, de islam, het cultuur-marxisme, de maatregelen als gevolg van COVID-19, verzin maar een zondebok, komen de typeringen van Gasset en Marcuse samen in de ‘neoliberale massamens’.

Ybo van den Beukel
Mei 2021

Terug naar Home