Hoofdtuk 8. De Nederlandse identiteit
Volgens Koningin Maxima bestaat de ‘Nederlandse identiteit’ niet. Ons volk is daarvoor te divers. Ik begrijp heel goed wat ze bedoelt, het is een verfrissend inkijkje van buitenaf, het houdt ons een spiegel voor. Als hier geboren ‘Hollanders’ het over identiteit hebben, gaat het meestal over stereotypen: het zingen van het volkslied, koningsdag, voetbal als we winnen, boterhammen met pindakaas. Allemaal zaken met een vleugje nostalgie, iets wat we delen.
Ik ben rondleider in een poldermolen. Mijn verhaal aan toeristen was aanvankelijk nogal technisch, de gratis windenergie, de lengte van de wieken, de hoeveelheid gepompte water en zo. Beetje bij beetje ging mijn verhaal in de richting van Maxima. Zeker, een molen is een prachtig instrument, maar er is heel veel meer over te vertellen. Na de introductie zo rond 1200, is de windmolen in veel opzichten beslissend geweest voor onze manier van samenleven.
Nederland ligt in de Rijn-, Maas- en Schelde- en IJsseldelta, laagland dus. Gelukkig werd de strijd tegen het water in het voordeel van de bewoners beslecht, we voelen ons veilig. Dijken werden aangelegd, er ontstonden polders en droogmakerijen, er was landwinning. De poldermolen speelde hier tot aan de introductie van de stoommachine zo rond 1850 een doorslaggevende rol.
De molen werd niet uitsluitend gebruikt voor de waterhuishouding, er waren ook tal van industriële molens voor het malen van graan of het persen van olie. Op het hoogtepunt telde Nederland zo’n 14.000 molens, daarvan zijn er nog zo’n 1100 over.
Een belangrijk moment was in 1593 de uitvinding van de krukas. De draaiende beweging van de wieken kon worden omgezet in een op en neer gaande zaagbeweging. Met de Paltrok, een zaagmolen, konden snel en op grote schaal vaartuigen worden gebouwd. Met deze schepen werd handel gedreven, werden koloniën gesticht, het was de aanzet tot onze Gouden Eeuw. De manier waarop kon soms niet door de beugel, maar dat is een andere discussie. Een belangrijk facet van ‘de’ Nederlandse identiteit was de combinatie koopman / dominee. Door de calvinistische moraal van hard werken en sober leven werden de soms enorme winsten opnieuw geïnvesteerd. En ja, een deel van die investeringen ging naar landwinning, op die manier is onder andere de Beemster ontstaan.
Ik kom aan mijn punt. Een drooglegging en de verdere exploitatie was geen zaak meer voor een enkele investeerder, de overheid, ook omwonenden, hele dorpen, boeren hadden een belang. Want dan gaat het ook over de veiligheid en het onderhoud van de dijken, de waterkwantiteit, de waterkwaliteit, de verdeling van het land en de infrastructuur. Om al die belangen te vertegenwoordigen, ontstonden al in de 14e eeuw polderbesturen met als leden de belanghebbenden. Deze lichamen werden uiteindelijk zo rond 1700 geformaliseerd tot democratisch gekozen waterschappen. Het is een plechtig moment als ik in mijn molen buitenlandse bezoekers de trouwzaal laat zien. Dat is namelijk ook de zaal waar periodiek het stembureau voor de buurt is gevestigd, hier worden eens in de vier jaar nog steeds de leden van het Hoogheemraadschap gekozen.
Dit is waar ik naar toe wil, overleg met belanghebbenden noemen we heel treffend ‘polderen’, een typisch Nederlands woord. In feite is dat politiek bedrijven, het betrekken van alle belangen in de besluitvorming. Dat zie je heel goed terug in ons kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging met een lage kiesdrempel. Om daar even op voort te borduren, weliswaar staat een meerpartijenstelsel een snelle vorming van een regering in de weg, maar dit nadeel valt weg tegen een gigantisch voordeel: alle meningen, ook extreme tegenpolen zijn in het parlement vertegenwoordigd.
We leven inmiddels veilig achter de dijken, maar er ontstaat een nieuw probleem. Nederland ligt voor ca 2/3e onder het gemiddeld zeeniveau. Door water aan de bodem te onttrekken ontstond door uitdroging een ‘inzinking’, dat proces gaat nog steeds door. Probleem is dat we ‘zakken’ met een gemiddelde van 1 centimeter per jaar. Dat is dus een meter in honderd jaar. We wonen in een grote badkuip, maar dan zonder afvoer, zonder plug. Overtollig (regen)water in al die polders en droogmakerijen wordt via een systeem van kanalen en ringvaarten naar zee worden afgevoerd. Maar ja, hoe zit dat met het stijgen van de zeespiegel? Dat wordt straks de nieuwe uitdaging.
Vanuit verschillende posities, ieder met een eigen identiteit, zijn luisteren, argumenteren met een bijbehorende tolerantie en respect nog steeds cruciale elementen van de Nederlandse identiteit. Ondanks de populistische verharding.
Is dat wat Koningin Maxima met diversiteit bedoelde? In dat geval is de Nederlandse identiteit te vangen in één enkel woord ‘polderen’. Laten we dat voorlopig toch maar koesteren.
Terug naar ‘INZICHT’
Terug naar de homepage